Als je op een feestje komt en je ziet daar een oude bekende, die je al heel lang niet meer gezien hebt, dan informeer je natuurlijk hoe het met hem of haar gaat. De kans is groot dat je dan als antwoord krijgt: "Goed...maar druk." Het woordje "maar" in dit antwoord suggereert dat het met je oude bekende goed gaat, ONDANKS het feit dat hij of zij het zo druk heeft. Hoogstwaarschijnlijk bedoelt je bekende echter het tegendeel: "Het gaat goed met me, DANKZIJ het feit dat ik het zo druk heb." Ik heb het druk, DUS het gaat goed met me. "Druk" is het nieuwe status-symbool. Ik heb het druk want "tja, ik doe nou eenmaal belangrijk werk" of "ik ben super-actief" of "ik word voor van alles en nog wat gevraagd." Ik heb het druk, want ik ben nu eenmaal belangrijk.
Antwoordt diezelfde oude bekende op de vraag hoe het met hem gaat met: " Rustig aan, hè", dan weet je al dat het mis zit. Hij zit in de ziektewet, is overspannen of heeft helemaal geen werk of erger nog, is met pensioen. Het enige in deze wereld dat volledig rechtvaardig verdeeld is, is tijd. Voor ieder mens, voor prins of pauper, duurt een dag precies 24 uur, geen minuut korter of langer. Ieder mens, koning, keizer, admiraal, beslist zelf waarmee hij die 24 uur vult. Iemand die het druk heeft is dus eigenlijk gewoon een slechte planner, of iemand die geen "nee" durft te zeggen of iemand die geen keuzes kan maken. Kinderen hebben het ook druk. Ze zitten op school, op minimaal één sportclub, zwemles, spelen een muziekinstrument en moeten hun sociale contacten onderhouden. Ook de dag van een kind is gepland, zelfs de afspraakjes met vriendjes of vriendinnetjes komen op de gezinskalender. Hebben onze kinderen nog wel vrije tijd? De hersenen van ieder mens, jong of oud, hebben " vrije tijd" nodig om de informatie die ze gedurende de dag hebben opgedaan te verwerken tot kennis. Met "vrije tijd" bedoel ik dan: tijd, die niet ergens anders aan besteed wordt. Het is gedurende deze "ledige/lege" tijd dat een volwassene of een kind tot inzicht en begrip komt. De legende gaat dat Maarten Luther zijn idee voor de reformatie kreeg tijdens een toiletbezoek. Een behoorlijk lang toiletbezoek, stel ik me dan voor. Maar in ieder geval een tijd waarin de theoloog een activiteit verrichtte die weinig tot geen intellectuele inspanning vereiste. Of je het nu eens bent met de inzichten van Luther of niet, hij heeft wel een behoorlijke prestatie geleverd, daar zal iedereen het mee eens zijn. En dat begon op de wc. Die "lege tijd" is een primaire levensbehoefte. Het is ook de tijd dat er ruimte is om God te ontmoeten. Niemand is in staat om een Godsontmoeting af te dwingen. Je kunt een oprecht gebed niet agenderen. Christus openbaart zich aan je, wanneer je hoofd en je hart daar plaats voor hebben, wanneer ze "leeg" zijn, niet in beslag genomen door andere, irrelevante zaken. Door je kind "lege" tijd te geven, geef je het de ruimte om geestelijk te groeien, geef je het de kans om de indrukken van de dag te verwerken en om te zetten tot groter inzicht en vaardigheid. Het geeft je kind de kans om te leren omgaan met zijn vrije tijd en niet in wanhoop te vervallen als er eens niets gepland staat. Het geeft je kind ook de kans om Christus te ontmoeten. De edele kunst van het vervelen Het is dus helemaal niet erg als je kind zich eens verveelt. Integendeel. Hoevaak heb jezelf niet 10 minuten gedachteloos uit het raam zitten staren? Die tien lege minuten zijn misschien de meest waardevolle minuten van de dag. Het stof in je hersens dwarrelt neer, alle duizenden stukjes informaties vallen op hun plaats en je gaat met een opgeruimd gevoel en hernieuwd élan weer aan het werk. Dat geldt op gelijke wijze voor een volwassene als voor een kind. Gun je kind daarom die "lege tijd", plan zijn agenda niet vol, kijk niet vreemd op als je kind een keer niets zit te doen. Dat is helemaal prima, nee, dat is broodnodig. Stel er dan ook geen vragen over. Onze hersenen, ons hart en onze ziel hebben lege tijd nodig, net zo hard als water en brood. Heb je het druk? Dan gaat het DUS niet goed met je. Hanno "Nederigheid is de wortel, de moeder, de verpleegster en het fundament van alle deugden," zegt de heilige Johannes Chrysostomus. Zonder bewustzijn van je eigen tekortkomingen is een oprecht gebed niet mogelijk. Zonder te weten hoe ver je nog hebt te gaan, en hoeveel je nog kunt groeien, heb je geen motivatie óm te groeien of om überhaupt op weg te gaan. Zonder de oprechte wetenschap dat je niets waarlijk goeds kunt doen zonder Gods hulp, zul je niets waarlijk goeds kunnen verrichten.
Nederigheid moet je leren: je trots en al je ijdelheden van je afschudden is een lange en moeilijke weg. Nederig bén je niet, maar je kunt het wél worden. Moeten wij onze kinderen ook leren om nederig te zijn? Dat lijkt haaks te staan op het maatschappelijk klimaat van vandaag. "Wij kweken een generatie van narcisten" kopte de NRC onlangs. We prijzen onze kinderen de hemel in bij iedere prestatie die ze leveren en bij iedere vordering die ze maken. Die vorderingen zijn relatief: als een kind het beter doet dan de vorige keer dan is hij "geweldig". Ons adaptieve onderwijssysteem is op die relatieve positieve affirmatie gegrondvest. De software die voor het rekenonderwijs gebruikt wordt past zich automatisch aan aan het niveau van de leerling. Die haalt dus bij iedere opdracht 3 sterren of zelfs een kroontje en is er daarom van overtuigd dat hij een kei in rekenen is. Totdat de cito komt en blijkt dat hij minder dan de helft van de vragen überhaupt kan beantwoorden. Uit de cito volgt dan een niveau 5 advies, VMBO-BK. Het kind schrikt zich een ongeluk en de ouders, die gewend zijn aan de kroontjes en de sterren van hun kind, zijn verontwaardigd en protesteren tegen het advies. Zij zijn ervan overtuigd dat niet hun kind, maar de cito of de leerkracht heeft gefaald. Het kind komt met een vertekend zelfbeeld op de middelbare school en zal aldaar een harde en onverbiddelijke les moeten leren. Onlangs sprak ik een oudere dame, die in haar jeugd een goede, zo niet excellente leerling was. Als zij onverhoopt een onvoldoende op school had gehaald kreeg zij van haar vader huisarrest, zolang tot zij haar tekortkoming had weg gewerkt. Dat klinkt in onze oren heel hard, onmenselijk bijna. Maar de betreffende dame heeft uiteindelijk wel een universitaire graad summa cum laude behaald. Daar is zij haar hele leven trots op geweest. Het heeft haar geleerd haar geest scherp en kritisch te houden, iets waar zij tot op de dag van vandaag profijt van heeft. Zij is ondanks haar hoge leeftijd slimmer, alerter en wijzer dan menig jongeling die ik in. mijn praktijk tegenkom. Is dat goed? Ik weet het niet. Mijn kinderen hoeven niet bang te zijn dat ik ze huisarrest geef wanneer ze een keer een toets verknallen. Kinderen hebben zelfvertrouwen nodig om te groeien en dat zelfvertrouwen krijgen ze onder meer door positieve affirmatie van een relevante volwassene, een leerkracht of een ouder. Maar wat is zelfvertrouwen precies? Zelfvertrouwen is weten waar je goed in bent, maar ook weten wat je nog niet zo goed beheerst. Het is ook: weten waar je zó beroerd in bent, dat je het beter aan een ander over kunt laten. Zelfvertrouwen is gebaseerd op een realistisch zelfbeeld. Wat kun je doen om je kind zelfvertrouwen te geven zonder dat het een onrealistisch zelfbeeld ontwikkelt. Wees concreet en specifiek in je lof. Zeg: "wat goed dat je.... (zonder wieltjes hebt gefietst/zolang stil bent geweest/je snoep hebt gedeeld.) Je kind weet dan precies wat hij of zij goed heeft gedaan en zal dat willen vasthouden. Overdrijf niet in je lof. Zeg niet: "je bent geweldig!" Of: "je bent een kampioen!, een held" enz. Het gevolg van je overdrijving is dat de betreffende woorden hun betekenis verliezen en je kind het gevoel krijgt dat het er al is. Want wat ga je zeggen wanneer je kind écht een kampioen (met schaatsen, fietsen, tennissen) wordt? Nee, je kind ís (nog) geen kampioen, maar kan het wel worden, als hij goed z'n best doet. Laat het perspectief zien. Laat je kind zien waar het nog kan komen, welke weg hij nog kan afleggen en spreek je vertrouwen uit dat dat gaat lukken, als hij of zij zo z'n best blijft doen. Dat stimuleert en motiveert om niet stil te blijven staan en maakt je kind bewust van zijn reële vermogens. Maak je kind bewust dat alles wat hij gepresteerd heeft tot stand is gekomen met Gods hulp. Laat je kind zien dat hij bij iedere activiteit Gods hulp en steun kan inroepen en dat God zo immens veel van hem houdt dat Hij een verzoek van Zijn kind nimmer zal afwijzen. Op die manier wordt nederigheid geen zware en sombere last, maar een vreugde, licht en vrolijk. |
De schrijverHanno Uittenbogaard is getrouwd, vader van drie dochters en Grieks-Orthodox. In een samenleving waar er nauwelijks nog geluisterd wordt naar de stem van Christus vraagt hij zich af wat het betekent om een Christelijke vader te zijn. Archives |